Oliehandel

Internationale oliehandel
Oliehandel vindt plaats in een internationaal netwerk dat uit verschillende soorten bedrijven bestaat. Bedrijven kunnen verschillende posities innemen op de bevoorradingsketen van petroleum. Aan de onderkant van deze keten bevinden zich de bedrijven die olieproducten verkopen aan consumenten, denk aan tankstations. Deze bedrijven kennen een beperkte winstmarge en hoge prijsrisico’s. Hierboven bevinden zich importeurs naast lokale en internationale oliehandelaren. Zij kunnen risico’s beter spreiden door op verschillende markten te handelen. Naast markten waarop daadwerkelijk in olie wordt gehandeld, bestaan er markten in oliederivaten waar ook investeringsbanken en hedge funds opereren. Men handelt dan in de waarde van olie in plaats van olie zelf.

Verschillende oliemarkten

Internationale handel van ruwe aardolie vindt plaats op twee markten: de New York Mercantile Exchange en ICE (Londen). Net als financiële markten kent de oliehandel een termijnmarkt. Hier wordt aardolie verkocht en gekocht met in achtneming van een leveringstermijn. Er wordt niet alleen ruwe aardolie aangeboden maar ook allerlei afgeleide producten als diesel, nafta, kerosine en stookolie. Oliemarkten gebruiken voor petroleum zogenaamde benchmarks waarmee verschillende soorten aardolie worden gekwalificeerd aan de hand van eigenschappen als dichtheid en zwavelgehalte. Bekende benchmarks zijn Brent, West Texas Intermediate en OPEC Reference Basket. Prijzen op oliemarkten zijn over het algemeen gevoelig voor schommelingen. Dit komt doordat een groot aantal factoren meespelen in productie, transport en consumptie van aardolie: de strengheid van winters, dreigende oorlogen, onrustige situaties in olieproducerende landen, geprojecteerde voorraden en tijdelijke tekorten kunnen van invloed zijn op de olieprijs.

Recente ontwikkelingen

De olieprijs is de laatste tijd laag. Een specifieke tak van de oliehandel bestaat uit de zogenaamde futures prijzen. Hiermee voorspellen oliehandelaren de olieprijs over zes maanden. Wanneer de olieprijs hoog is, zijn futures vaak lager en omgekeerd. Kenmerkend aan de huidige situatie is dat de toekomstige prijzen niet zo hoog zijn als men normaal zou verwachten. Goedkope olie lijkt hiermee de komende jaren een feit. Aan de ene kant lijkt dit het resultaat van de opkomst van de Verenigde Staten als olieproducerend land. Tegelijkertijd is er nieuwe wetgeving gekomen die het speculeren met olie in offshore tankers door grote financiële instellingen heeft bemoeilijkt. Vooral Amerikaanse banken hebben de oliehandel grotendeels verlaten waardoor minder geld in omloop is voor het speculeren op een toekomstige prijsstijging.